De afkorting CRPS staat voor Complex Regionaal Pijn Syndroom. Vroeger gebruikten we hiervoor de termen posttraumatische dystrofie (PD), Südeckse dystrofie of sympathische reflexdystrofie.
CRPS ontstaat meestal als reactie op een ongeval (zoals een breuk of verstuiking) of een operatie. Soms is er echter geen duidelijke aanleiding te vinden. Meestal is de arm of het been aangedaan, maar het kan ook op andere plaatsen of op meerdere plaatsen tegelijk voorkomen. De International Association for the Study of Pain (IASP) maakt onderscheid tussen CRPS type 1 (CRPS 1), zonder zenuwschade en CRPS type 2 (CRPS 2), met zenuwschade. De aandoening komt vooral voor bij volwassenen, maar ook bij kinderen. Hoewel CRPS op verschillende manieren kan verlopen, zijn er vaak sterke overeenkomsten tussen patiënten. Het typische voorbeeld is de patiënt die na een breuk aan arm of been verschijnselen krijgt die lijken op een forse ontsteking van de ledemaat.
Klachten:
CRPS is een aandoening die wordt gekenmerkt door pijn en veranderingen in kleur en temperatuur van de huid. Ook is er vaak sprake van zwelling. Andere symptomen die kunnen optreden zijn:
– bewegingsbeperkingen
– verandering in het zweetpatroon
– verkramping van handen en voeten (dystonie)
– veranderingen in huid, haargroei en nagelgroei
De omgeving van de getroffen plaats wordt opgezwollen, rood, warm (of juist koud) en doet vooral pijn. In de loop van de tijd neemt de pijn vaak toe. Het aangedane lichaamsdeel wordt langzaam stijf en er kan een verminderd gevoel ontstaan. Dit kan leiden tot een functieverlies van het aangedane lichaamsdeel. Het verdere verloop is per patiënt zeer verschillend. Sommige patiënten hebben weinig last en herstellen snel en volledig. Bij andere patiënten kan de aandoening agressiever verlopen met uiteindelijk maar weinig herstel en soms een ernstige, blijvende invaliditeit. Herkenning en behandeling zijn essentieel en bepalen de prognose voor de patiënt. Het klinisch beeld manifesteert zich meestal aan het uiteinde van het ledemaat en kan daarna ‘opkruipen’ naar de romp toe. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld bij posttraumatische dystrofie aan de hand of pols. In een aantal gevallen kan de patiënt na verloop van tijd schouderklachten ontwikkelen (schouder-handsyndroom). De symptomen verergeren vaak na inspanning. Vooral als de pijndrempel wordt overschreden. Dit geeft de patiënt de neiging om het aangedane ledemaat minder vaak te bewegen en het te ontzien.
Diagnose:
De diagnose is alleen te stellen aan de hand van de klachten die de patiënt zelf vermeldt en op afwijkingen bij het lichamelijk onderzoek. In sommige gevallen blijft het moeilijk om de diagnose te stellen. Het onderzoek gebeurt volgens de criteria van Veldman:
– onverklaarbare diffuse pijn
– kleurveranderingen ten opzichte van het andere ledemaat
– zwelling
– temperatuursveranderingen ten opzichte van het andere ledemaat
– verminderde actieve bewegingsmogelijkheden (active range of motion)
Behandeling:
Dé behandeling voor CRPS bestaat niet. Wat we in kunnen zetten zijn medicamenten, functieherstel door oefentherapie, TENS elektrotherapie, spalken en eventueel psychologische hulp. Wij maken overigens statische spalken.
Een recent overzicht van de behandelingen die bij CRPS worden toegepast en de mate waarin deze behandelingen wetenschappelijk onderbouwd zijn, kunt u vinden in de CBO-richtlijnen CRPS 2006.